De Hervormde gemeente Nieuwe Kerk ontstaat formeel in 1946. Dan wordt de Stichting Hervormde Evangelisatie opgericht. Deze ontwikkeling is echter ten diepste terug te voeren tot spanningen sinds 1912. De kerkenraad beroept dan voor het eerst een predikant van de Gereformeerde Bond, een nieuwe behoudende vleugel binnen de kerk en tegenpool tegen de aloude Confessionele Vereniging. Bij een jarenlange felle strijd tussen beide Harderwijkse afdelingen wint de Gereformeerde Bond steeds meer aan invloed. Terwijl de getalsverhoudingen een confessionele predikantsplaats rechtvaardigen vervult de kerkenraad alle de drie predikantsplaatsen vanaf 1931 door ‘bonders’. Protesteren helpt niet.

 In 1944, er is een vacature, beginnen enkele gemeenteleden een handtekeningenactie voor een confessionele predikant. Ondanks 400 steunbetuigingen wijst de kerkenraad het verzoek af. Een aantal ondertekenaars verlaat de kerk of wijkt uit naar de Zendingskerk in Ermelo, maar de meesten voelen zich thuis in de diensten die de Hervormde Jeugddienstcommissie al sinds 1932 belegt, aanvankelijk in de Concertzaal op de Markt hoek Donkerstraat, later in de grotere Stadshal aan de Doelenstraat. Vanuit deze jeugddiensten ontstaat een groepering die een ander type predikant wenst en ook het Nieuwtestamentische lied (het gezang) een plaats wil geven in de eredienst. Er gaan stemmen op om een ‘evangelisatie’ op te richten.

Het definitieve besluit tot oprichting van een Hervormde Evangelisatie in Harderwijk valt begin 1946. De initiatiefnemers willen blijkens een verklaring geen afscheiding en ze adviseren hun leden mee te blijven leven binnen de Hervormde Kerk. De constructie is naar men hoopt van tijdelijke aard.
.
Eind 1946 beroept de Stichting Hervormde Evangelisatie ds. G. Snijders. De gemeente telt 262 leden. Als een  jaar later in de ‘Oude Kerk’ een vacature ontstaat draagt zij ds. Snijders voor, maar dit gebaar van toenadering wordt afgewezen.
Na allerlei onverkwikkelijkheden komen beide groeperingen op aandrang van de landelijke Synode in 1950 tot een overeenkomst. De nieuwe kerk mag daardoor nu zelf zaken zoals doop en avondmaal regelen.

Intussen zijn kerkdiensten in de Stadshal, doordeweeks een bioscoop, niet ideaal. Omdat de Hervormde gemeente de Grote Kerk niet beschikbaar stelt besluit de Evangelisatie uiteindelijk tot de bouw van een eigen kerk. De bouw start in november 1951. Architect is E. Jansen. Kosten: 115.000 gulden (50.000 euro). De eerste dienst is op 11 juli 1952.

De Nieuwe Kerk-gemeente groeit snel door overstappers en import. Vanaf 1957 houdt zij ook diensten in een tweede gebouw: aanvankelijk in de school aan de Deventerweg, vanaf 1960 in het wijkgebouw van de Oude Kerk(!) aan de Pontanuslaan (thans huisartsenpraktijk) en van 1971 tot omstreeks 2000 wekelijks in de katholieke St. Catharinakerk aan de Van Maerlantlaan. Hier ontwikkelt de Nieuwe Kerk zijn oecumenische instelling.

Een nieuw akkoord in 1954 normaliseert enigszins de verhoudingen tussen Oude en Nieuwe Kerk. Harderwijk krijgt een vierde predikantsplaats, specifiek voor de Nieuwe Kerk. Bij een nieuw plaatselijk reglement in 1967 wordt de Nieuwe Kerk een zg. buitengewone wijkgemeente: een ‘wijk’ met de omvang van heel Harderwijk met een eigen predikantsplaats, eigen kerkenraad, eigen financiën en eigen kerkelijk bureau. De Nieuwe Kerk blijft deelnemen aan de Centrale kerkenraad met de overige hervormde wijken, van afsplitsing is dus geen sprake.

In de loop der jaren verbeteren de verhoudingen tussen Oude en Nieuwe Kerk. Men gunt elkaar ruimte. Zo accepteert de Oude Kerk geleidelijk dat onze vertegenwoordiging in de Centrale Kerkenraad vrouwelijke ambtsdragers kan bevatten. Sinds de 21e eeuw bestijgen in heel bijzondere omstandigheden (vacatures, gebedsdienst op 4 mei) predikanten elkaars kansel.

Dat de Nieuwe Kerkgemeente zijn delicate relaties met enerzijds de oude Hervormde Gemeente en anderzijds met de RK parochie koestert, is vanuit deze geschiedenis wel verklaarbaar.

Lees ook: De verNIEUWEnde KERK door Govert van der Boom, 112 pag. (november 2012)